containers

De Rechtbank Rotterdam heeft onlangs in een, (nog) niet gepubliceerd, vonnis een oordeel gegeven over de toepasselijkheid van expeditievoorwaarden. In deze zaak was het niet de expediteur die naar deze voorwaarden verwees en daar een beroep op deed, maar de opdrachtgever van de expediteur.

Feiten

Medio 2010 ontving een logistieke dienstverlener in de Rotterdamse haven, hierna “de opdrachtnemer”, een verzoek van een Duitse logistieke dienstverlener, hierna “de opdrachtgever” om na te gaan welke lostarieven een terminal in de Rotterdamse haven in rekening zou brengen voor het lossen van zendingen in kratten en big bags verpakte graniet uit zeeschepen. De opdrachtnemer heeft vervolgens de terminal verzocht een tarief af te geven voor het lossen van zendingen graniet waarna vervolgens een offerte is verzonden aan de opdrachtgever.

Nadat het schip arriveerde in de haven van Rotterdam werden de luiken van het schip door de terminal geopend. Bij het openen van de luiken bleek dat een groot aantal big bags was gescheurd. De terminal heeft bij de opdrachtnemer additionele kosten in rekening gebracht omdat de werkzaamheden omvangrijker bleken te zijn. Deze kosten heeft de opdrachtnemer doorberekend aan zijn opdrachtgever.

De opdrachtgever weigerde echter deze kosten te betalen waarna de opdrachtnemer een procedure is begonnen bij de Rechtbank Rotterdam. Tijdens deze procedure heeft de opdrachtgever zich op de onbevoegdheid van de Rechtbank Rotterdam beroepen. De opdrachtgever stelde zich op het standpunt dat partijen een forumkeuze waren overeengekomen voor de Duitse rechter en dat de Rotterdamse rechter daarom onbevoegd zou zijn.

Op de opdrachtbevestiging van de opdrachtgever stond aan de onderzijde de volgende voorgedrukte zinsnede:

“wir arbeiten ausdrücklich auf Grundlage der allgemeinen Deutschen Spediteurbedingungen”

De opdrachtgever stelde zich op het standpunt dat de Allgemeine Deutsche Spediteurbedingungen (ADSp) van toepassing zijn op de overeenkomst tussen partijen. Volgens de opdrachtgever was krachtens art. 30 ADSp de rechtbank van de vestigingsplaats van de opdrachtgever exclusief bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen over en weer tussen partijen. In artikel 30 ADSp staat:

“30. Erfüllungsort, Gerichtsstand, anzuwendendes Recht
[…]
30.2 Der Gerichtstand für alle Rechtstreitigkeiten, die aus dem Auftragsverhältnis oder im Zusammenhang damit entstehen, ist für alle Beteiligten, sowie sie Kaufleute sind, der Ort derjenigen Niederlassung des Spediteurs, an die der Auftrag gerichtet ist. Für Ansprüche gegen den Spediteur ist dieser Gerichtstand ausschließlich”.

Oordeel van de rechtbank

De Rechtbank Rotterdam overweegt dat de bovengenoemde verwijzing naar de ADSp in een brief van de opdrachtgever staat en dat daarom met het woord “wir” aan het begin van de verwijzing dus uitsluitend de opdrachtgever kan zijn bedoeld. Met deze verwijzing kan dan ook uitsluitend worden bedoeld dat de ADSp van toepassing zijn op werkzaamheden van de opdrachtgever en niet op werkzaamheden van de opdrachtnemer. In de procedure voor de Rechtbank Rotterdam wordt betaling gevorderd voor werkzaamheden van de opdrachtnemer. Aangezien de toepasselijkverklaring van de ADSp in de bovengenoemde verwijzing uitsluitend betrekking heeft op werkzaamheden van de opdrachtgever, missen de ADSp derhalve toepassing. De forumkeuze in artikel 30 ADSp is derhalve ook niet van toepassing. De Rechtbank Rotterdam heeft zich bevoegd verklaard om kennis te nemen van de vordering van de opdrachtnemer.

Wat leert deze uitspraak ons?

Het is belangrijk om te realiseren dat in de logistieke sector het vaak voor komt dat er veel verschillende partijen betrokken zijn bij een bepaalde opdracht en dat die partijen verschillende hoedanigheden hebben. Indien een partij algemene voorwaarden van toepassing wil verklaren, zal deze partij zich moeten realiseren welke hoedanigheid hij bij een bepaalde overeenkomst heeft. De verwijzing naar de algemene voorwaarden door een opdrachtgever zal dan ook niet moeten beginnen met “wij werken op basis van” maar met de melding dat bepaalde voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst.

Daarnaast is het van belang, indien een partij in verschillende hoedanigheden handelt, dat de juiste voorwaarden van toepassing worden verklaard. In het onderhavige geval heeft een opdrachtgever de algemene Duitse expeditievoorwaarden van toepassing verklaard. Deze voorwaarden, net zoals de Fenex expeditievoorwaarden, bevatten bepalingen die vooral gunstig zijn voor de expediteur en niet voor de opdrachtgever. Het toepasselijk verklaren van expeditievoorwaarden of dergelijke voorwaarden  door de opdrachtgever is derhalve zeer ongunstig voor hem. Is een partij een opdrachtgever dan zal hij algemene voorwaarden van toepassing willen verklaren die bepalingen bevatten die gunstig zijn voor de opdrachtgever, bijvoorbeeld inkoopvoorwaarden